50% vergrijpboete voor niet opgeven contante stortingen
Een dga die ten laste van zijn bv contante bedragen op zijn privérekening stort zonder Een man is enig aandeelhouder en bestuurder van een holding, die 50% van de aandelen Theoretische omzetberekening van de fiscus Vervolgens stelt de inspecteur zelf een theoretische omzetberekening op. Hij komt Dubbele bewustheid van bevoordeling Volgens de man beschikt de inspecteur niet over het vereiste nieuwe feit om een navorderingsaanslag Bron: Hof Den Haag 15-11-2023 (gepubl. 26-02-2024).
dit administratief te verwerken, riskeert een vergrijpboete.
in een bv houdt. De holding bestuurt deze bv samen met een de holding van een andere
persoon. De man is met deze andere persoon tot de volgende taakverdeling gekomen:
de man houdt zich bezig met de financiële zaken van de bv en de ander houdt zich bezig
met de personeelszaken. De man verstrekt maandelijks de primaire gegevens aan de fiscaal
dienstverlener van de bv. Deze dienstverlener stelt onder andere de fiscale jaarstukken
en de aangiften vennootschapsbelasting op. Ook dient hij de aangiften omzetbelasting
in. Wanneer de inspecteur een boekenonderzoek houdt, constateert hij dat de detailgegevens
van de in het kassasysteem geregistreerde transacties niet zeven jaar zijn bewaard.
Daardoor is geen verbandscontrole mogelijk tussen de inkopen en de verkopen. Daarnaast
bevat de administratie meer gebreken. De Belastingdienst weet vrijwel zeker dat de
kasadministratie is gemanipuleerd.
op veel hogere omzetten uit dan de bv heeft opgegeven. De man kan daarvoor geen afdoende
verklaring geven. Nadat de man weigert afschriften van zijn privé bankrekening te
overleggen, vraagt de Belastingdienst deze gegevens op bij de bank. Het blijkt dat
de man gedurende vijf jaren geregeld contant geld op zijn bankrekening heeft gestort.
De inspecteur meent dat het hier gaat om niet verantwoorde winstuitdelingen door de
bv. Daarom legt hij de man navorderingsaanslagen inkomstenbelasting plus vergrijpboetes
op van 50%. De man gaat in beroep tegen deze navorderingsaanslagen en vergrijpboetes.
te kunnen opleggen. Maar Hof Den Haag merkt de ontdekking van de stortingen op de
privébankrekening aan als een nieuw feit. Bovendien vindt het hof aannemelijk dat
de man inderdaad winstuitdelingen heeft genoten. Omdat hij bestuurder was van de bv,
moet sprake zijn van dubbele bewustheid: bij de man zelf en bij zijn bv. Daarmee maakt
de Belastingdienst ook voldoende aannemelijk dat sprake is van voorwaardelijke opzet.
Het hof verklaart het beroep van de man ongegrond.