Advocaatkosten om koopsom bedrijf te innen niet aftrekbaar
In beginsel zijn de advocaatkosten die iemand maakt om de koopsom van zijn verkochte Een man exploiteert een nachtclub, maar verliest zijn vergunning na een geweldsincident Geen bijzonder beding in verkoopovereenkomst Voor Rechtbank Noord-Holland betoogt de man dat tijdens de verkoop van de nachtclub Bron: Rb. Noord-Holland 19-07-024 (gepubl. 14-03-2025), Hoge Raad 02-04-2004.
onderneming in handen te krijgen, niet aftrekbaar.
in 2015. Hij verkoopt in 2016 daarom de nachtclub. De koper betaalt echter de koopsom
niet. De man voert tevergeefs juridische procedures om de betaling af te dwingen.
Daarbij maakt hij in 2018 € 4.467 exclusief btw aan advocaatkosten. Hij geeft deze
kosten op als ondernemingskosten in zijn belastingaangifte. Maar de inspecteur weigert
de aftrek van deze advocaatkosten. Hij haalt uit een arrest van de Hoge Raad uit 2004
dat de tegenprestatie voor de overdracht van (een deel van) een onderneming in beginsel
verplicht tot het privévermogen behoort. De enige uitzondering is als een redelijke
kans bestaat dat als gevolg van bijzondere verkoopbedingen de exploitatie van de onderneming
in de toekomst weer voor rekening van de verkoper komt. Volgens de Belastingdienst
doet deze uitzondering zich hier niet voor. Daarop start de man een beroepsprocedure.
er nog een gerede kans was dat de exploitatie van de nachtclub weer voor zijn rekening
zou komen. Dit zou het geval zijn als de koper in gebreke zou blijven bij het betalen
van de koopsom. De rechtbank benadrukt echter de eis dat de kans op het hervatten
van de exploitatie van de nachtclub moet zijn gebaseerd op een beding in de verkoopovereenkomst.
Dit beding moet ook samenhangen met de betaling. Van zulke bedingen is hier geen sprake,
zo constateert de rechtbank. De vordering van de man op de koper behoort daarom tot
het privévermogen van de man. Daardoor zijn de advocaatkosten niet aftrekbaar als
ondernemingskosten. De rechtbank verklaart het beroep van de man ongegrond.