Ook verlaagd tarief overdrachtsbelasting bij latere bewoning

Een vrouw koopt samen met haar vader een woning en voldoet 8% overdrachtsbelasting.
De verkopers blijven echter nog twee jaar in de woning wonen. De vrouw stelt dat zij
wat betreft haar deel van de koopprijs recht heeft op het verlaagde tarief van 2%.
Zij stelt namelijk de woning na de verkrijging als hoofdverblijf te hebben gebruikt.
De inspecteur wijst dit standpunt af en past het normale tarief toe. De vrouw begint
daarop een beroepsprocedure.

Hoofdverblijfcriterium Het hof oordeelt dat de vrouw recht heeft op het verlaagde tarief. Het criterium ‘anders
dan tijdelijk als hoofdverblijf’ vereist geen directe bewoning na verkrijging. De
wetgever heeft rekening gehouden met situaties waarin de koper niet direct na de verkrijging
in de woning kan wonen. Het hof acht aannemelijk dat de vrouw de woning duurzaam als
hoofdverblijf is gaan gebruiken. Dat zij eerst bij haar ouders heeft gewoond en daardoor
niet op een andere manier in haar woonbehoefte hoefde te voorzien, staat de toepassing
van het verlaagde tarief niet in de weg. Anders zou geen enkele starter die vanuit
het ouderlijk huis een eerste koopwoning zoekt, het verlaagde tarief kunnen benutten.

Bron: Hof Den Haag 12-04-2024 (gepubl. 25-02-2025).