Voor gefactureerde uren was meer arbeidscapaciteit nodig
Als een ondernemer meer uren arbeid factureert dan de maximale arbeidscapaciteit toelaat, Een vrouw exploiteert een schoonmaakbedrijf en heeft zich als werkgever bij de Belastingdienst Uitbestede uren niet aannemelijk gemaakt De rechtbank heeft vastgesteld dat de onderneemster niet aannemelijk heeft gemaakt Ambtshalve vermindering vergrijpboetes De vergrijpboetes, gebaseerd op (voorwaardelijke) opzet en grove schuld, zijn ook Bron: Rb. Den Haag 08-08-2024 (gepubl. 22-08-2024).
dan zijn er te weinig uren in de aangiften loonheffingen verantwoord. Volgens Rechtbank
Den Haag zijn de naheffingsaanslagen LB en vergrijpboetes daarom terecht opgelegd.
aangemeld. Uit een boekenonderzoek blijkt dat de vrouw in 2018 en 2019 meer uren heeft
gefactureerd dan de maximale arbeidscapaciteit van haar toeliet. De vrouw heeft ook
geen urenregistratie bijgehouden. Tijdens het boekenonderzoek door de Belastingdienst
zijn er ook verdachte facturen van een Belgische vennootschap aangetroffen. Verder
blijken er werkzaamheden te zijn verricht door een persoon met een arbeidsongeschiktheidsuitkering
en een illegaal in Nederland verblijvend persoon. Naar aanleiding van het boekenonderzoek
legt de Belastingdienst naheffingsaanslagen loonheffingen op met toepassing van het
anoniementarief. Bij Rechtbank Den Haag is in geschil of de naheffingsaanslagen terecht
zijn opgelegd en of de boetes moeten worden verminderd vanwege de duur van de procedure.
dat de werkzaamheden zijn uitbesteed en dat de gefactureerde uren overeenkomen met
de aangifte loonheffingen. De maximale arbeidscapaciteit van de onderneming is in
2018 1.712, terwijl er 5.953 uren arbeid zijn gefactureerd. In 2019 is de maximale
arbeidscapaciteit 2.212 uur, terwijl er 6.973 uren zijn gefactureerd. Dit betekent
dat een aantal uren niet in de aangiften loonheffingen zijn verantwoord. De naheffingsaanslagen
zijn daarom terecht opgelegd.
terecht maar de rechtbank vermindert de boetes ambtshalve vanwege de duur van de procedure.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.