Hof bevestigt dat cryptovaluta in box 3 zijn belast
Hof Amsterdam bevestigt dat ondanks hun bijzondere kenmerken cryptovaluta vermogensbestanddelen In een procedure voor het hof betwist een vrouw onder andere dat haar cryptovaluta Bron: Hof Amsterdam 05-11-2024 (gepubl. 27-11-2024).
zijn die in beginsel in box 3 vallen.
tot haar box 3-vermogen behoren. Zij stelt dat cryptovaluta geen vermogensrechten
zijn zoals omschreven in het Burgerlijk Wetboek. Cryptovaluta zijn evenmin specifiek
benoemd in de Wet inkomstenbelasting 2001. Ten slotte stelt de vrouw dat haar bezit
van cryptovaluta niet ertoe leidt dat een persoon tegenover haar een verplichting
heeft. Ook daardoor zijn cryptovaluta geen vermogensrechten, aldus de vrouw. Het hof
gaat echter niet mee in deze redenering. De inkomstenbelasting kent het begrip ‘overige
vermogensrechten’. Dit fiscale begrip is ruimer dan het civielrechtelijke begrip vermogensrechten.
Het fiscale begrip overige vermogensrechten is ook bedoeld als restcategorie. Bovendien
is het niet de bedoeling dat een vermogensbestanddeel met een te verzilveren waarde
buiten de inkomstenbelasting blijft vanwege de min of meer toevallige civielrechtelijke
duiding van zijn juridische verschijningsvorm. De Belastingdienst heeft daarom de
cryptovaluta terecht tot het box 3-vermogen gerekend.