Niet opgeven fictieve vervreemding telt als doorschuiving
Neemt men in de IB-aangifte van het overlijdensjaar van een dga geen fictief vervreemdingsvoordeel Een man heeft als gevolg van het overlijden van zijn moeder in 2011 de helft van de Impliciet verzocht om doorschuiving De rechtbank constateert dat in de aangifte IB/PVV 2011 van de moeder impliciet is Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 06-01-2025 (gepubl. 09-01-2025).
op? Dan is dit op te vatten als een verzoek om doorschuiving van de ab-claim op de
te vererven aandelen.
aandelen in een vennootschap geërfd. Dit geërfde aandelenbelang kwalificeert als een
aanmerkelijk belang. Tussen de man en de Belastingdienst ontstaat een geschil over
de fiscale verkrijgingsprijs van de aandelen. De inspecteur stelt de verkrijgingsprijs
van de aandelen op de helft van het geplaatst en gestort kapitaal van de vennootschap.
Hij komt daarmee uit op een bedrag van € 36.351. De man meent echter dat de verkrijgingsprijs
gelijk is aan de waarde in het economisch verkeer op het moment van verkrijging. In
dat geval bedraagt de verkrijgingsprijs € 172.920.
verzocht om doorschuiven van de verkrijgingsprijs. In die aangifte is namelijk geen
(fictieve) vervreemding van het aanmerkelijk belang opgegeven. Daardoor is de verkrijgingsprijs
van de moeder doorgeschoven naar de man. De rechtbank verwerpt de stelling van de
man dat hij en zijn zus gezamenlijk om doorschuiven hadden moeten verzoeken en dat
de vennootschap een materiële onderneming moest drijven. De rechtbank concludeert
dat de inspecteur terecht rekening heeft gehouden met een verkrijgingsprijs van € 36.351.