Ook alternatieve BPM-afschrijving bij diefstalschade
Diefstalschade is meer dan normale gebruiksschade en kan dus aanleiding zijn om de Bij de berekening van de verschuldigde BPM over een gebruikte auto mag de kentekenhouder Inspecteur heeft diefstalschade niet correct betwist De rechtbank bepaalt dat diefstalschade moeilijk als normale gebruiksschade kan worden Bron: Rb. Gelderland 26-11-2024 (gepubl. 03-12-2024).
afschrijving voor de BPM te berekenen volgens een alternatieve methode.
een afschrijving toepassen. In beginsel bedraagt deze afschrijving een bepaald percentage
van de catalogusprijs inclusief BPM. Onder voorwaarden kan de kentekenhouder in zijn
BPM-aangifte verzoeken om de afschrijving op een andere manier te berekenen. In dat
geval zal hij de waarde van de auto op het moment van eerste ingebruikname vergelijken
met de taxatiewaarde volgens een kwalificerend taxatierapport. Deze alternatieve methode
is echter alleen toegestaan als de auto meer dan normale gebruiksschade heeft. In
een zaak voor Rechtbank Gelderland over de grondslag van de BPM heeft de inspecteur
in eerste instantie het standpunt ingenomen dat eventuele diefstalschade niet van
invloed is op de vraag of de kentekenhouder de alternatieve methode mag toepassen.
In de beroepsprocedure heeft de inspecteur dit standpunt losgelaten, maar de rechtbank
gaat er toch op in.
gezien. Op grond van vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU moet
men de werkelijke waardevermindering van een voertuig zo goed mogelijk benaderen.
Dat kan alleen als men rekening houdt met diefstalschade. Op de zitting heeft de inspecteur
alleen nog het standpunt gehandhaafd dat de diefstalschade niet is aangetoond. Hij
is echter pas in een laat stadium gekomen met een overigens zeer algemene betwisting
van de diefstalschade. Bovendien heeft hij de kentekenhouder niet uitgenodigd voor
een keuring bij DRZ. Dat komt voor risico van de Belastingdienst. De rechtbank vernietigt
daarom de naheffingsaanslag die de fiscus heeft opgelegd.