Verlies bij verkoop auto’s niet aan fiscus te wijten

schedule 9 dec 2024
bookmark_border Fiscaal, Ondernemer, DGA, IB-ondernemer, ZZP



Een onderneemster heeft het voornemen auto’s te verhuren. Voor de financiering van
haar ondernemingsactiviteiten wil ze de teruggaaf omzetbelasting gebruiken, maar die
komt niet. De onderneemster stelt vervolgens de Belastingdienst aansprakelijk voor
het verlies op de gedwongen verkoop van de auto’s vanwege de geweigerde teruggaaf.





Een onderneemster heeft zich in 2018 als ondernemer voor de omzetbelasting aangemeld
bij de Belastingdienst. Vanaf dat moment heeft zij voornamelijk nihilaangiften omzetbelasting
ingediend. Voor het tweede kwartaal van 2021 vraagt zij om een teruggaaf van € 13.697
vanwege de voorbelasting op twee Mercedessen, bedoeld voor verhuur. Naar aanleiding
van dit verzoek heeft de inspecteur een vragenbrief gestuurd en heeft hij een onderzoek
aangekondigd. Vervolgens is de gevraagde teruggaaf geweigerd. Ook heeft de inspecteur
een naheffingsaanslag opgelegd. De onderneemster heeft in 2021 korte tijd na aanschaf
de auto’s met verlies moeten verkopen. Zij stelde dat de vertraging bij de teruggaaf
te wijten was aan discriminatie. De inspecteur heeft dit ontkend en stelt dat de controle
gerechtvaardigd was door de vele nihilaangiften die de onderneemster heeft ingediend.


Meer gemaakte kosten niet aannemelijk gemaakt Tijdens de zitting bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant geeft de inspecteur toe dat
in het controlerapport rekenfouten zijn gemaakt. Hij is daarom van mening dat de naheffingsaanslag
moet worden verminderd naar € 19.222. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een verdere
vermindering van de naheffingsaanslag, omdat de onderneemster niet aannemelijk heeft
gemaakt dat zij meer kosten heeft gemaakt dan de facturen die zij heeft overgelegd.
Ook is geen sprake van discriminatie door de inspecteur.


Verlies bij verkoop op auto’s niet de schuld van de Belastingdienst De rechtbank acht niet aannemelijk dat de late reactie van de inspecteur op het verzoek
om aftrek van voorbelasting heeft geleid tot een substantiële vermindering van de
waarde van de auto's die de onderneemster heeft verkocht. De rechtbank acht het ondernemersplan
van de onderneemster niet realistisch en onvoldoende onderbouwd, waardoor het verlies
eerder daaraan te wijten is dan aan de trage besluitvorming van de inspecteur.


Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 28-10-2024 (gepubl. 31-10-2024).


https://www.fiscaalinfo.nl/document/p1-884459