Toets bezitseis BOR per afzonderlijk vermogensbestanddeel
De juridische splitsing van een bv kan de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling Sinds 1986 waren de vader en moeder van een vrouw voor 51% respectievelijk 49% aandeelhouders Niet voldaan aan bezitseis De vrouw meent echter dat de periode waarin haar vader de aandelen bezat, moet meetellen Bron: Rb. Den Haag, 05-12-2024 (gepubl. 19-12-2024).
beperken.
van een bv. De aandelen van de vader zijn na zijn overlijden op 6 september 2017 aan
de moeder toebedeeld. Op 7 september 2020 vindt een juridische splitsing van de bv
plaats, waarbij een nieuwe bv ontstaat. Op dezelfde dag schenkt de moeder alle aandelen
in die nieuwe bv aan haar dochter. Wanneer de vrouw haar aangifte schenkbelasting
indient, doet zij een beroep op de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Maar de inspecteur
past de BOR slechts voor 49% van de aandelen toe. Dit leidt tot een te betalen bedrag
van € 9.228 aan schenkbelasting. De inspecteur stelt namelijk dat de moeder de aandelen
binnen vijf jaar voor de schenking heeft verkregen. Daardoor is niet voldaan aan de
zogeheten bezitseis van de BOR.
voor de bezitstermijn. Rechtbank Den Haag oordeelt dat het bezitsvereiste van vijf
jaar geldt voor ieder vermogensbestanddeel afzonderlijk. Aangezien de moeder de aandelen
binnen vijf jaar voor de schenking heeft verkregen, is niet voldaan aan de bezitseis.
De rechtbank verwerpt ook het argument dat de bezitstermijn van de vader moet worden
meegerekend. De wet en de uitvoeringsregeling bevatten geen bepaling die het standpunt
van de vrouw ondersteunt. De rechtbank concludeert dat de aanslag schenkbelasting
terecht is opgelegd en verklaart het beroep van de vrouw ongegrond.